Wat verandert er voor ondernemers?
Op Prinsjesdag 2025 presenteerde minister Heinen de nieuwe belastingplannen. Wij zetten de belangrijkste voorstellen voor ondernemers voor u op een rij. Kort, krachtig en met de impact voor uw bedrijf helder in beeld.
Let op: veel plannen moeten nog worden goedgekeurd door de Tweede en Eerste kamer
Biedt u uw werknemer een fossiele auto van de zaak aan voor privégebruik of woon-werkverkeer? Dan betaalt u vanaf 2027 een nieuwe heffing van 12%. Deze zogeheten pseudo-eindheffing geldt maandelijks, maar mag je ook uitstellen tot 2028. Doorberekenen aan de werknemer mag niet.
Elektrische auto’s en zakelijk gebruikte auto’s zijn uitgezonderd. Auto’s die al vóór 1 januari 2027 in gebruik zijn, blijven tot 17 september 2030 ook buiten schot. Na deze datum geldt de heffing voor alle fossiele personenauto’s met privégebruik.
2. Box 3 op de schop: hoger rendement, lager vrijgesteld vermogen
Het kabinet voert met ingang van 2026 een aantal aanpassingen door in de huidige box 3 regeling als opmaat naar het nieuwe stelsel op basis van werkelijk rendement. De beoogde invoerdatum van het nieuwe stelsel is 1 januari 2028. Hieronder de belangrijkste punten per 1 januari 2026:
3. Tarieven en kortingen aangepast
4. Mobiliteitsrapportage alleen nog voor grote werkgevers
De rapportageverplichting werkgebonden personenmobiliteit (WPM) geldt vanaf 2026 pas vanaf 250 werknemers (was: 100). Dat scheelt veel administratieve lasten voor het mkb.
5. Fietsregeling verduidelijkt
Sinds 1 januari 2020 geldt een bijtelling van 7% (minus de eventuele eigen bijdrage van de werknemer) voor een fiets van de zaak die een werknemer ook privé gebruikt. Deze bijtelling is verplicht zodra de fiets voor woon-werkverkeer wordt gebruikt.
Het kabinet stelt voor om deze regeling met terugwerkende kracht tot 1 januari 2020 aan te passen. Wordt de fiets niet of maximaal 10% bij het woon- of verblijfadres van de werknemer gestald, dan is de bijtelling nihil. Dit betekent dat er geen loon- of inkomstenbelasting verschuldigd is. Zo voorkomt de regeling onbedoelde belastingheffing bij bijvoorbeeld hubfietsen of campusfietsen. Deze regeling geldt overigens ook voor IB-ondernemers.
6. Overdrachtsbelasting: nieuw 8%-tarief voor woningen
Vanaf 2026:
7. Btw op cultuur blijft 9% – logies omhoog naar 21%
Cultuur, media en sport blijven onder het verlaagde tarief vallen. Voor logiesverstrekkers (zoals hotels en B&B’s) geldt vanaf 1 januari 2026 echter wel het algemene tarief van 21%. Deze aangenomen btw-verhoging wordt dus niet teruggedraaid.
8. Regeling Vervroegd Uittreden (RVU) wordt structureel vanaf 2026
De tijdelijke RVU-drempelvrijstelling wordt vanaf 2026 structureel voortgezet. Werknemers kunnen hierdoor – onder voorwaarden – tot drie jaar vóór de AOW-leeftijd stoppen met werken en een uitkering ontvangen. Blijft die uitkering binnen het drempelbedrag, dan betaalt de werkgever geen pseudo-eindheffing van 52%.
Naast de voortzetting van de regeling stijgt ook het drempelbedrag met € 300 bruto per maand en indexeert dit bedrag jaarlijks mee met het minimumloon. In 2025 is de RVU-drempelvrijstelling € 2.273 per maand.
De pseudo-eindheffing die betaald wordt voor bedragen boven de RVU-drempelvrijstelling stijgt ook. Boven deze drempel geldt nu nog een pseudo-eindheffing van 52%, maar deze stijgt naar 57,7% in 2026, naar 64% in 2027 en naar 65% vanaf 2028.
9. Fiscaal voordeel groen beleggen verdwijnt
Groen beleggen levert nu fiscaal voordeel op via een vrijstelling in box 3. Daarnaast geldt een heffingskorting van 0,1% over het vrijgestelde bedrag. De regeling geldt voor beleggingen in erkende groenfondsen die duurzame en innovatieve projecten financieren.
In 2026 blijft de vrijstelling nog bestaan, maar in 2027 bedraagt deze nog slechts € 200 (€ 400 voor partners). De regeling is daarmee feitelijk afgeschaft.
10. Duidelijkheid in erf- en schenkbelasting
Er zijn vier maatregelen gepresenteerd op Prinsjesdag 2025 die betrekking hebben op de erf- en schenkbelasting. Hiermee wil het kabinet de belastingpraktijk verduidelijken en oneerlijke situaties voorkomen. De voorgestelde maatregelen vanaf 1 januari 2026 zijn: