Top 10 Belastingplannen 2026

  • SRA
  • 18-09-2025

Wat verandert er voor ondernemers?
Op Prinsjesdag 2025 presenteerde minister Heinen de nieuwe belastingplannen. Wij zetten de belangrijkste voorstellen voor ondernemers voor u op een rij. Kort, krachtig en met de impact voor uw bedrijf helder in beeld.

Let op: veel plannen moeten nog worden goedgekeurd door de Tweede en Eerste kamer

1. 12% heffing op fossiele auto’s van de zaak?

Biedt u uw werknemer een fossiele auto van de zaak aan voor privégebruik of woon-werkverkeer? Dan betaalt u vanaf 2027 een nieuwe heffing van 12%. Deze zogeheten pseudo-eindheffing geldt maandelijks, maar mag je ook uitstellen tot 2028. Doorberekenen aan de werknemer mag niet.

Elektrische auto’s en zakelijk gebruikte auto’s zijn uitgezonderd. Auto’s die al vóór 1 januari 2027 in gebruik zijn, blijven tot 17 september 2030 ook buiten schot. Na deze datum geldt de heffing voor alle fossiele personenauto’s met privégebruik.

2. Box 3 op de schop: hoger rendement, lager vrijgesteld vermogen

Het kabinet voert met ingang van 2026 een aantal aanpassingen door in de huidige box 3 regeling als opmaat naar het nieuwe stelsel op basis van werkelijk rendement. De beoogde invoerdatum van het nieuwe stelsel is 1 januari 2028. Hieronder de belangrijkste punten per 1 januari 2026:

  • Forfaitair rendement op beleggingen stijgt naar 7,78%.
  • Heffingsvrij vermogen daalt van  € 57.684 naar € 51.396 per persoon.
  • Tegenbewijsregels van daadwerkelijk rendement worden aangescherpt. Aankopen na 25 augustus 2025 vallen onder strengere voorwaarden.
  • De leegwaarderatio wordt beperkt: verhuur aan gelieerde partijen tegen een niet-marktconforme huur valt voortaan buiten deze regeling. Dit voorkomt belastingvoordeel door kunstmatig lage huur. Gelieerde partijen zijn partijen die zo nauw verbonden zijn dat zij onderling een huurprijs afspreken die normaal niet in de markt zou gelden.

3. Tarieven en kortingen aangepast

  • Inkomstenbelasting eerste schijf daalt licht, tweede stijgt, derde schijf blijft ongewijzigd.
  • Om werken aantrekkelijker te maken, wordt de maximale arbeidskorting verhoogd van € 5.599 (2025) naar € 5.712 in (2026).
  • Arbeidskorting, heffingskorting en combinatiekorting gaan iets omhoog.
  • Zelfstandigenaftrek daalt verder: van € 2.470 naar € 1.200.De mkb-winstvrijstelling blijft gelijk op 12,70%.

4. Mobiliteitsrapportage alleen nog voor grote werkgevers

De rapportageverplichting werkgebonden personenmobiliteit (WPM) geldt vanaf 2026 pas vanaf 250 werknemers (was: 100). Dat scheelt veel administratieve lasten voor het mkb.

5. Fietsregeling verduidelijkt

Sinds 1 januari 2020 geldt een bijtelling van 7% (minus de eventuele eigen bijdrage van de werknemer) voor een fiets van de zaak die een werknemer ook privé gebruikt. Deze bijtelling is verplicht zodra de fiets voor woon-werkverkeer wordt gebruikt.

Het kabinet stelt voor om deze regeling met terugwerkende kracht tot 1 januari 2020 aan te passen. Wordt de fiets niet of maximaal 10% bij het woon- of verblijfadres van de werknemer gestald, dan is de bijtelling nihil. Dit betekent dat er geen loon- of inkomstenbelasting verschuldigd is. Zo voorkomt de regeling onbedoelde belastingheffing bij bijvoorbeeld hubfietsen of campusfietsen. Deze regeling geldt overigens ook voor IB-ondernemers.

Let op! Wordt de fiets meer dan 10% bij het woon- of verblijfadres gestald, dan geldt de reguliere bijtelling van 7%.

6. Overdrachtsbelasting: nieuw 8%-tarief voor woningen

Vanaf 2026:

  • 2% voor hoofdverblijf
  • 0% voor starters < 35 jaar (tot € 555.000)
  • 8% voor beleggingspanden, vakantiewoningen en verhuurde woningen
  • 10,4% voor niet-woningen blijft staan
Let op: het hogere tarief geldt al snel.

7. Btw op cultuur blijft 9% – logies omhoog naar 21%

Cultuur, media en sport blijven onder het verlaagde tarief vallen. Voor logiesverstrekkers (zoals hotels en B&B’s) geldt vanaf 1 januari 2026 echter wel het algemene tarief van 21%. Deze aangenomen btw-verhoging wordt dus niet teruggedraaid.

8. Regeling Vervroegd Uittreden (RVU) wordt structureel vanaf 2026

De tijdelijke RVU-drempelvrijstelling wordt vanaf 2026 structureel voortgezet. Werknemers kunnen hierdoor – onder voorwaarden – tot drie jaar vóór de AOW-leeftijd stoppen met werken en een uitkering ontvangen. Blijft die uitkering binnen het drempelbedrag, dan betaalt de werkgever geen pseudo-eindheffing van 52%.

Naast de voortzetting van de regeling stijgt ook het drempelbedrag met € 300 bruto per maand en indexeert dit bedrag jaarlijks mee met het minimumloon. In 2025 is de RVU-drempelvrijstelling € 2.273 per maand.

De pseudo-eindheffing die betaald wordt voor bedragen boven de RVU-drempelvrijstelling stijgt ook. Boven deze drempel geldt nu nog een pseudo-eindheffing van 52%, maar deze stijgt naar 57,7% in 2026, naar 64% in 2027 en naar 65% vanaf 2028.

9. Fiscaal voordeel groen beleggen verdwijnt

Groen beleggen levert nu fiscaal voordeel op via een vrijstelling in box 3. Daarnaast geldt een heffingskorting van 0,1% over het vrijgestelde bedrag. De regeling geldt voor beleggingen in erkende groenfondsen die duurzame en innovatieve projecten financieren.

In 2026 blijft de vrijstelling nog bestaan, maar in 2027 bedraagt deze nog slechts € 200 (€ 400 voor partners). De regeling is daarmee feitelijk afgeschaft.

10. Duidelijkheid in erf- en schenkbelasting

Er zijn vier maatregelen gepresenteerd op Prinsjesdag 2025 die betrekking hebben op de erf- en schenkbelasting. Hiermee wil het kabinet de belastingpraktijk verduidelijken en oneerlijke situaties voorkomen. De voorgestelde maatregelen vanaf 1 januari 2026 zijn:

  • Schenkingen binnen 180 dagen voor overlijden worden voortaan alleen via erfbelasting belast.
  • Biologische kinderen zonder juridische erkenning worden vanaf 2026 gelijkgesteld met juridisch erkende (biologische) kinderen voor de erf- en schenkbelasting.  Voorwaarde is wel dat het biologische ouderschap aangetoond kan worden via een DNA-test. Overigens kan door een beroep op de hardheidsclausule ook vóór 2026 al verzocht worden om toepassing van het kindertarief en de kindvrijstelling.
  • Bij huwelijkse voorwaarden met ongelijke breukdelen (bijv. 90/10) wordt alles boven 50% getroffen met erf- of schenkbelasting. Daarbij worden huwelijkse voorwaarden die gesloten zijn voor 16 september 2025 16.00 uur buiten deze maatregel gelaten, op voorwaarde dat deze later niet worden aangepast.
  • Aangiftetermijn erfbelasting wordt verlengd van 8 naar 20 maanden.

 

Naam*
Waarmee kunnen we u helpen?

Toegestane bestandstypen: jpg, gif, png, jpeg, Max. bestandsgrootte: 20 MB.
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.